Voor een goede behandeling van uw diabetes speelt u zelf een cruciale rol. Met regelmaat uw bloedglucosewaarden controleren, uw medicijnen op tijd nemen en/of insuline spuiten, dagelijks keuzes maken over uw voeding, en regelmatig bewegen zijn essentiële onderdelen van uw behandeling.
Dit zelfstandig en voortdurend controleren en bijstellen noemen we zelfmanagement. Het draagt er in belangrijke mate toe bij dat uw bloedglucose stabiel blijft en u zich beter voelt.
En: met zelfmanagement van uw diabetes houdt u zélf voor een belangrijk deel de regie over uw diabetes.
Bloedsuiker (glucose) testen of controleren is een zeer belangrijk deel in de behandeling van uw diabetes. Een bloedglucosetest vertelt u hoeveel suiker er op dat moment aanwezig is in uw bloed. Verschillende aspecten kunnen de bloedglucosespiegel beïnvloeden.
Samen met behulp van uw zorgverlener(s) kunt u een plan maken om controle te krijgen over uw bloedglucose. Eén van de beste manieren om zeker te zijn dat uw plan werkt is uiteraard regelmatig zelf uw bloedglucose te testen. Onderzoek toont aan dat een goede controle van de glucose het risico vermindert op complicaties; waaronder oogziekten, nierziekten en zenuwbeschadiging, die allemaal veroorzaakt kunnen worden door diabetes.
Regelmatig zelftesten laat u en uw diabetes zorgverlener(s) zien hoe uw lichaam met diabetes reageert op dagelijkse activiteiten.
Hoe meer u test, hoe beter en meer u zult weten over uw bloedglucose. Verschillende zaken beïnvloeden uw glucose iedere dag, zoals eten, beweging, medicatie, ziekte en stress.
Het is dus belangrijk om uw glucose te testen op verschillende tijdstippen van de dag. Onderzoek toont aan dat dagelijks 4 of meer keer testen een goede manier is om controle te krijgen over uw glucose. Goede controle van uw glucose zal u helpen het risico te verlagen op toekomstige complicaties met diabetes.
Zelftesten geeft u informatie die u nodig heeft om schommelingen (teveel hoge en/of lage waarden) in uw glucose te vermijden. Uw zorgverlener(s) zal u helpen te beslissen hoe vaak u dient te testen.
Uw zorgverlener zal u eveneens helpen te beslissen wanneer u dient te testen. Testen op verschillende tijdstippen op de dag is raadzaam; hier volgen enkele nuttige tijdstippen waaruit u kunt kiezen. Men noemt dit ook wel een 'dagcurve':
Daarnaast is het een goed idee om extra te testen indien er een verandering is in uw behandelingsplan, u nieuwe medicatie voor uw diabetes dient te nemen, u het gevoel heeft dat uw bloedglucose (te) laag of hoog is of als u ziek bent.
Glucosewaarden 1 tot 2 uur na een maaltijd noemt men ‘niet nuchtere‘ waarde. Onderzoek toont aan dat glucosespiegels kunnen verdubbelen na het eten, zelfs wanneer uw glucosewaarde voor de maaltijd nog normaal bleek te zijn.
Als u gebruikt maakt van software worden de test resultaten opgeslagen in uw bloedglucosemeter. Met het software programma kunt u eenvoudig in een keer een overzicht op uw computer krijgen van uw testresultaten. U kunt ook een dagboekje bijhouden waarin u opschrijft wanneer (datum, tijdstip) u testte, het testresultaat en of die waarden voor of na de maaltijd werden gemeten.
Volg de instructies op die bij uw bloedglucosemeter worden meegeleverd. De volgende tips kunnen u hierbij helpen:
Probeer de reden te vinden waarom de waarde te hoog is en/of neem contact op met uw arts of zorgverlener(s). Drink meer water en suikervrije dranken. (Vermijd drank met suiker, ook fruitsappen). Volg uw aanbevolen maaltijdplan, indien u dat niet heeft neem dan contact op met uw diëtist(e).
Neem uw medicatie in zoals voorgeschreven door uw arts. Indien uw glucosewaarde nog te hoog blijft neem dan contact op met uw arts of zorgverlener. Test uw glucosewaarde vaker (om de 3 tot 4uur).
Eet en drink snelwerkende suikers zoals dextrose tabletten, snoep, fruitsap of gewone softdrinks (cola, limonade, etc.). Wacht 10 tot 15 minuten en controleer vervolgens opnieuw uw glucose. Indien uw glucose nog steeds laag is, herhaal dan stap 1 en controleer nogmaals uw glucose.